Op donderdag 12 november 2020 organiseert het Kennisnetwerk Data Science een webinar over Data Science for Life Sciences. Wynand Alkema, Lector Data Science aan de Hanzehogeschool Groningen, zal een introductie verzorgen over hoe data science wordt toegepast in Life Sciences en welke technieken worden gebruikt. Daarna zal hij inzoomen op de techniek tekst mining aan de hand van een aantal praktijkcases.
Op 5 november 2020 organiseert IT Academy Noord-Nederland, onderdeel van de Hanzehogeschool Groningen, IT Academy colleges: toekomst van de computer. Tussen 15.00 uur en 17.30 uur staan Quantum computing en Neuromorphic computing centraal. Twee verschillende manieren om naar de toekomst van computers te kijken. Deze 13e editie van IT Academy colleges wordt verzorgd door drs. ing. Tjerk Harkema, senior lecturer aan de Hanzehogeschool en prof. dr. Niels Taatgen, hoogleraar kunstmatige intelligentie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Wees online welkom op 5 november vanaf 15.00 uur.
IT Academy colleges: toekomst van de computer start met een introductie Quantum Computing onder leiding van drs. ing. Tjerk Harkema docent van het Instituut voor Communicatie, Media & IT. De rekenkracht van een quantum computer zal veel impact hebben op onze samenleving. Zijn hierdoor versleutelde berichten bijvoorbeeld nog wel veilig? Wat is onder andere de impact op het minen van bitcoins? Wat is de rol van quantum computing in de medische sector? Kunnen we m.b.v. de quantum computing sneller medicijnen ontwikkelen voor bepaalde ziektes? Tijdens het eerste deel van het college neemt Tjerk de deelnemers mee in de concepten achter Quantum Computing en dat zonder ook maar één wiskundige formule te gebruiken.
In het tweede deel van het college staat Neuromorphic Computing, de volgende generatie computers geïnspireerd door de organisatie van het menselijk brein, centraal. Prof. dr. Niels Taatgen legt uit waarom hij denkt dat Neuromorphic Computing de toekomst van de computer kan zijn. Hebben de huidige computertechnologieën de grenzen van hun mogelijkheden m.b.t. snelheid en energie-efficiëntie bereikt? Hij neemt de deelnemers mee langs de technologische ontwikkelingen op het gebied van computer brains or brain computers.
Het college is voor professionals, werkzoekenden, studenten en is gratis toegankelijk.
‘Dat de conferentie Nederland Digitaal, ook wel “de Digitale Top” genoemd, in februari in het Noorden wordt gehouden, is geweldig nieuws voor Groningen, Friesland en Drenthe. Het geeft ons de mogelijkheid om veel zaken op het gebied van digitalisering waar we hier aan werken, in de etalage te plaatsen. Dan kan ook de rest van Nederland dát zien wat wij hier al lang weten: dat hier een bruisende digitale cultuur is ontstaan. We zullen laten zien wat we hier allemaal kunnen: het Noorden is áan! En we blijven ook áan!’
Dat zegt Fred Hassert, voorzitter van Samenwerking Noord in reactie op het nieuws dat de top Nederland Digitaal op 8 en 9 februari alsnog in het Noorden wordt gehouden.
De organisatie van het evenement is dan in handen van enerzijds de organisatie ‘Noorden Digitaal’ (https://noordendigitaal.nl) (een organisatie die de digitalisering van het Noorden wil bevorderen en daar iedereen graag bij wil betrekken), en anderzijds de conferentie ‘Nederland Digitaal’ (een initiatief van de ministeries van Economisch Zaken en Binnenlandse Zaken). Daarbij zal het Noorden één dag vullen, en de ministeries de tweede. Maar wel zijn de programmaonderdelen in elkaar vervlochten: het is één conferentie.
Fred Hassert is zeer blij met het feit dat de conferentie in het Noorden, met name in Groningen, gehouden zal worden. Dat evenement had hier in maart al gehouden zullen worden, maar in verband met corona moest dat worden uitgesteld.
Het is een conferentie van landelijke betekenis, waarin kabinet, ondernemers, onderzoekers, maatschappelijke organisaties en regionale en lokale overheden samen werken. Het evenement past bij de ambitie van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie om ons land digitaal koploper van Europa te maken. Het is de tweede keer in Nederland dat conferentie gehouden gaat worden.
‘Dat de conferentie naar het Noorden komt is een erkenning voor het feit dat wij hier op digitaal gebied ons mannetje staan. Helaas kunnen we er in verband met corona geen groot publieksevenement van maken, anders hadden we de bevolking hier ook mooie voorbeelden kunnen laten zien van waar we mee bezig zijn. Ik denk dat de conferentie, op 8 en 9 februari, een hybride karakter krijgt: dat ze zoveel mogelijk online zullen gaan doen, maar dat we ook mensen kunnen ontmoeten, onder de condities van de anderhalve meter samenleving uiteraard. We zullen in samenwerking met de ministeries met mooie creatieve oplossingen komen om er een leuk en interactief evenement van te maken’, zegt Hassert.
Het Noorden heeft volgens hem veel om te laten zien aan de rest van Nederland. Bedrijven en instellingen ontwikkelen hier uiterst innovatieve diensten bijvoorbeeld op het gebied van artificial intelligence, robotisering, cybersecurity of bijvoorbeeld de smart industry. ‘De conferentie heeft landelijk gezien tot doel om te laten zien: hier staan we momenteel in Nederland op het gebeid van digitalisering. Wij hebben in het Noorden veel bedrijven die voorop lopen, zoals bijvoorbeeld op het gebied van autonoom vervoer, en ook het UMCG heeft mooie projecten’.
‘De exacte invulling van het programma is nog niet bekend, daar kunnen we nu aan gaan werken. Het belangrijkste is nu dat de kogel door de kerk is, en dat we zeker weten dat we hier een digitaal topevenement mogen organiseren. Ik hoop dat er vanuit het Noorden nog prachtige voorbeelden zullen worden aangedragen van zaken die we kunnen laten zien.
Dát de conferentie hier wordt gehouden is volgens Hassert in hoge mate te danken aan de vruchtbare en inspirerende samenwerking tussen de drie O’s: ondernemingen, onderwijs en overheid en ook nog een vierde o: onderdanen (burgers). ‘De lijnen zijn hier bovendien kort: we kunnen hier samen héel snel iets van de grond krijgen’.
‘De conferentie biedt ons een unieke kans om ons nu ook in de kijker te zetten van de rest van het land. Ik hoop van harte dat er uit hele Noorden voorbeelden worden aangedragen van projecten die we hier ontwikkelen die dat illustreren. We gaan er voor en we maken er wat mij betreft een prachtig evenement van.’
Binnen de Rijksuniversiteit Groningen lopen diverse innovatieve onderzoeken op het gebied van digitalisering die voor Samenwerking Noord leden interessant zijn. Op 30 oktober tussen 10 en 13 uur heb je de kans om direct met hen in contact te komen, tijdens een digitaal evenement waarbij de brug wordt geslagen met ondernemers, bedrijven overheden en non-profit organisaties. De onderzoekers delen hun actuele onderzoeksthema’s en er bestaat de mogelijkheid om toekomstige samenwerking te verkennen.
Meer informatie en aanmelden kan op de website van de RUG:
De voertaal tijdens dit digitale evenement is Engels, deelname is kosteloos
Het belang van digitalisering is tijdens de coronacrisis nog eens duidelijk geworden. Voor onze economie, voor het uitvoeren van publieke taken en voor de informatieveiligheid. Het benutten van zowel maatschappelijke als economische kansen van digitalisering en aandacht voor publieke waarden waaronder veiligheid staan centraal tijdens de tweede editie van de Conferentie Nederland Digitaal die in februari in Groningen en online plaatsvindt.
Tweede editie verplaatst
De tweede editie van het evenement is vanwege het coronavirus verplaatst van maart dit jaar naar 8 en 9 februari 2021. Kabinet, ondernemers, onderzoekers, maatschappelijke organisaties, regionale en lokale overheden werken op het evenement samen aan de doelstelling in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie om Nederland digitaal koploper van Europa te maken door sneller in te spelen op het hoge tempo waarmee maatschappij en economie digitaliseren.
Onze samenleving en onze economie digitaliseren. Dit brengt niet alleen kansen maar ook uitdagingen met zich mee. Daarom organiseert het kabinet de Conferentie Nederland Digitaal.
De conferentie vindt in ieder geval online plaats. De komende maanden wordt door de organisatie het programma verder ingevuld. Afhankelijk van de actuele corona-ontwikkelingen zal (een deel van) de conferentie fysiek in Groningen plaatsvinden. Het evenement wordt georganiseerd door de ministeries van EZK, BZK en Noorden Digitaal waarin overheden, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven in Noord-Nederland samenwerken.
Het kabinet heeft eerder de Nederlandse Digitaliseringsstrategie gelanceerd en afgelopen juni de actualisatie hiervan gepubliceerd inclusief de impact van het coronavirus en de mogelijke speerpunten voor een volgend kabinet. Ook is er extra financiering voor artificiële intelligentie (AI) bekend gemaakt en een overzicht gegeven van andere investeringen in bijvoorbeeld data(delen), digitale connectiviteit/infrastructuur, digitale overheid, digitale vaardigheden van Nederlanders en cyberveiligheid.
De helft van de Nederlandse mkb-ondernemers heeft de noodzaak van digitaal werken als positief ervaren.
De coronacrisis is voor veel ondernemers een moeilijke tijd waarin banen en inkomsten onder druk staan. Desondanks heeft de helft van de Nederlandse mkb-ondernemers de noodzaak van digitaal werken als positief ervaren. Eén op de drie mkb’ers beschouwt de afgelopen periode zelfs als een voordeel als het gaat om digitalisering van hun bedrijf door te voeren. Dat blijkt vandaag uit onderzoek in opdracht van het ministerie van EZK.
Meer informatie over thema, programma, side-events, locatie en deelname is vanaf oktober te vinden op de website Nederland Digitaal.
Foto: ©EZK
De digitale wereld heeft ons erg geholpen om in deze coronatijd nog enigszins normaal door te kunnen blijven werken. “Digitaal” is de kurk gebleken waarop we zijn blijven drijven. Dan is het toch fantástisch dat deze sector zich in het Noorden steeds sterker aan het ontwikkelen is. Daarom vind ik het zo mooi dat ik aan de verdere ontwikkeling van het succesvol werken met IT nu ook mijn steentje mag dragen’.
Wijnand Aalderink, die dit betoogt, is de nieuwe secretaris in het bestuur van Samenwerking Noord. Hij is de opvolger van Harold van Emst, die een nieuwe functie heeft aanvaard.
Aalderink (58) kent veel van de bedrijven en instellingen die zijn aangesloten bij Samenwerking Noord. Want de afgelopen jaren was hij betrokken bij heel wat noordelijke projecten, als directeur externe relaties bij de faculteit economie en bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Daar blijft hij één dag in de week actief, de andere vier dagen is hij in touw voor Samenwerking Noord, waar hij met de andere leden van het dagelijks bestuur en het kernteam medeverantwoordelijk is voor het runnen van de vereniging en de programmering van evenementen en projecten.
‘Samenwerking Noord is een netwerkorganisatie, en is als zodanig van groot belang voor de hele digitale sector in Fryslân, Groningen en Drenthe. Het zorgt voor verbinding van- en inspiratie voor de aangesloten bedrijven, overheden en (onderwijs-)instellingen. Ik vind het een ideale mix van heel diverse organisaties om voor aan de slag te gaan. Ik krijg er te maken met netwerken enerzijds en met innoveren anderzijds, precies wat ik zelf graag op zoek. Bovendien vind ik juist het thema digitalisering zeer interessant en cruciaal voor het succes van alle organisaties in deze tijd’, vertelt Wijnand.
Wat de digitalisering betreft staat Noord-Nederland er al tamelijk gunstig voor. Samenwerking Noord heeft er voor gezorgd dat er een sterk netwerk is ontstaan van bijna tachtig aangesloten leden die elkaar over van alles en nog wat informeren.
Ook bij de noordelijke beslissers is overduidelijk hoe belangrijk kwalitatief hoogwaardige IT innovatie en digitalisering is voor de noordelijke economie. Dinsdag 1 september werd er nog een ‘Campus Community Fund’ opgericht, dat moet leiden tot een investering van 500 miljoen euro in de Campus Groningen. Een deel van die investering is ook bestemd voor het thema digitale economie.
Dat digitaal een sterke factor is in de noordelijke economie, blijkt ook uit het feit dat we de landelijke Digitale Top mogen organiseren, al kon deze dan vanwege corona in april nog niet door gaan. Het geeft wel aan dat er ook vanuit Den Haag erkenning is voor de digitale kracht van Noord-Nederland. Deze sector is echt een van de motoren van innovatie in de economie van Noord-Nederland en er zijn nog genoeg kansen te pakken’.
Volgens Aalderink bleek bij de uitbraak van corona dat we in Nederland ook behoorlijk goed thuis kunnen werken. Er lagen aan de vooravond van de uitbraak al tal van digitale voorzieningen op de plank om te vergaderen en samen te werken.
‘Die werden nooit massaal gebruikt, maar nadat de corona crisis uitbrak dus wel. De Rijksuniversiteit Groningen was voor de studenten blij en behoorlijk snel omgeschakeld met alle mogelijkheden van online-onderwijs. Maar we zien daar toch ook dat er beperkingen zijn. Daarom wil de RUG naar nieuwe en rijkere systemen van online onderwijs, waarbij er in een hybride model sprake zal zijn van een goede wisselwerking met offline activiteiten. Daarin liggen dan zeker ook weer nieuwe kansen voor Samenwerking Noord en de noordelijke organisaties om zo nieuwe vormen van werken en leren in een nieuwe werkelijkheid te helpen ontwikkelen. Ik vind het mooi om daar in mijn nieuwe functie aan mee te mogen werken’, aldus een enthousiaste Wijnand Aalderink.
Bent u ook een beetje webinar-moe? Dan bent u niet de enige. Ik hoor het vaker om me heen: mensen vinden het volgen van een webinar hartstikke interessant, maar als je dat vaak hebt gedaan, dan begin je terug te verlangen naar de tijd dat je fysiek nog ergens naar toe kon gaan. Niet alleen om informatie op te doen, maar vooral om naderhand een borrel te drinken en elkaar te ontmoeten.
Die tijd komt voorlopig niet terug. Maar wel moet het mogelijk zijn om op nieuwe manieren contacten te leggen, en te onderhouden. En Samenwerking Noord wil graag een proeftuin zijn om die nieuwe wegen te vinden.
Dat Samenwerking Noord zich gaat inspannen om op nieuwe manieren netwerken in stand te houden, was één van de belangrijkste conclusies van een strategiesessie die dinsdag 25 augustus werd gehouden. Met een tiental mensen en voldoende ruimte om onderling afstand te houden, hielden we die sessie in een voormalig klooster in Drachten. Dat bleek een locatie die bijzonder inspirerend is.
Eén van de belangrijkste vraagstukken waar wij voor staan is hoe we op een prettige manier contact met elkaar kunnen houden. Contacten die van vitaal belang zijn omdat we niet alleen iets van elkaar willen leren, maar ook omdat we elkaar willen inspireren en stimuleren. En, jazeker: webinars zijn perfect om informatie over te dragen. Als we die technologie niet hadden gehad bij het uitbreken van corona, dan had het er allemaal nog somberder uit gezien. Maar die technologie was de afgelopen jaren al ontwikkeld, alleen gebruikten we het nog niet. Ik denk dat we nu moeten leren om nieuwe technologie, die waarschijnlijk ook best al lang bestaat, te ontdekken en te gaan gebruiken om een vervolgstap te zetten.
Die technologie moeten we gebruiken om te zorgen dat de wereld niet alleen draait om het overdragen van kennis en kunde, maar dat er ook aandacht is voor fun. Zo hebben we jarenlang kunnen netwerken tijdens whiskyproeverijen. Je genoot van de whisky, en tegelijk kon je eens bijpraten met deze of gene. Daar moeten we digitaal iets voor verzinnen.
Het vraagstuk waar wij voor staan als netwerkorganisatie is natuurlijk iets waar tál van instellingen en bedrijven zich het hoofd over breken. En daarom is het erg relevant wanneer wij als Samenwerking Noord die nieuwe wegen kunnen vinden.
Gelukkig hebben wij, met de tachtig organisaties die achter ons staan, slimme leden waar ze creatief zijn en na kunnen denken over nieuwe, digitale oplossingen. Zo zou je kunnen denken aan een digitale wandeling – coronaproof dus -: een leuke manier om elkaar te ontmoeten. Dat zouden we graag voor onze leden willen faciliteren.
Het hoeven trouwens niet uitsluitend digitale oplossingen te zijn. Kern van de zaak is dat we ‘het nieuwe ontmoeten’ willen faciliteren, en dat kan een combinatie zijn van fysiek en digitaal. Zo zou je bijvoorbeeld de grote bijeenkomsten de we vroeger hadden kunnen onderverdelen in drie of vier kleinere, die we parallel aan elkaar organiseren, met bijvoorbeeld maximaal dertig deelnemers. Die vergaderingen kun je streamen en onderling op elkaar afstemmen.
Zo kunnen wij een proeftuin worden met Samenwerking Noord. En mocht iemand nu al een suggestie hebben: laat het even weten.
Wat het oplevert: ik weet het niet. Maar ik ben er van overtuigd dat we iets leuks zullen én moeten bedenken. Want de funfactor, die mis ik steeds meer.
Maysa Chahbari werkt dankzij bemiddeling van Samenwerking Noord sinds mei 2020 bij NORISK. Melle Steringa, directeur en mede-eigenaar van NORISK Visionair, nam Maysa aan als Junior Informatie Consultant. Maysa: “Ik plaatste mijn cv op Linkedin en via via werd deze opgemerkt door Samenwerking Noord. Mijn cv is door hen gekoppeld aan NORISK en daarop volgde een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek”, zo kan het dus gaan.
Data-analyse en consultancy
Maysa is bezig met de laatste fase van de bachelor Technische Bedrijfskunde en wil graag meer ervaring opdoen met data-analyse. Tot afgelopen februari werkte Maysa anderhalf jaar als student-consultant bij de Young Advisory Group, waar ze samen met studenten uit allerlei studierichtingen bezig was met het binnenhalen en uitvoeren van projecten. Hier maakte ze kennis met het vak Consultancy, dat haar erg aanspreekt. In haar nieuwe functie bij NORISK komen beide Interesses samen: zowel consultancy als data-analyse: “bij NORISK verzamel ik informatie over ziekteverzuim voor een klant, zodat er steeds een beter inzicht ontstaat over de bedrijfsvoering. Dit project loopt tot het eind van dit jaar”.
NORISK
Melle werkt 6 jaar bij NORISK en is bovendien bestuurslid van de Friese evenknie van Samenwerking Noord: Connect.frl. NORISK vertaalt de informatiebehoefte van klanten naar interactieve rapportages. NORISK rolt werkplekken uit en beheert ze, waarbij klanten direct beschikken over de functionaliteiten van hun online werkplek. Er werken ongeveer 40 mensen. De meeste klanten komen uit de zorgsector. Meer informatie vind je op www.noriskit.nl/data-apps
Sollicitatie
Melle nam telefonisch contact op met Maysa nadat hij via Samenwerking Noord was geïnformeerd. Hij vertelde over de organisatie en over de missie en de visie van het bedrijf. Melle wil met NORISK “gestaag en kwalitatief groeien, dat is een visie die moet passen”. Uiteraard wil Melle ook weten wat voor vlees hij in de kuip heeft. Tijdens een tweede telefoongesprek nodigt Melle, Maysa uit op kantoor om kennis te maken met een collega. Het feit dat Maysa studeert is geen enkele belemmering: Maysa werkt twee dagen voor NORISK en één dag aan haar studie. “Ik heb altijd leuke dingen gedaan naast mijn studie. Data-analyse past bij mij. Het is geweldig hoe je een enorme hoeveelheid data met één druk op de knop kunt visualiseren en inzichtelijk kunt maken voor de klant. In september 2021 start mijn Master. Of het Econometrie wordt of Transport en Planning weet ik nog niet. Wellicht dat mijn werkervaring duidelijkheid biedt”.
Samenwerking Noord
Melle is geabonneerd op de Nieuwsbrief van Samenwerking Noord, Maysa gaat dat snel doen. Melle heeft wel eens een webinar gevolgd via Samenwerking Noord, maar vindt het soms lastig zijn aandacht erbij te houden. Ook bij online vergaderingen mist Melle dat je kunt zien hoe mensen in hun vel zitten, “je mist de interactie”. Maysa vindt online overleggen prima als noodoplossing en het scheelt veel reistijd. “Maar live-overleg is veel motiverender en je mist lichaamstaal tijdens online overleggen. Ook mis ik mijn studiegenoten.”
Zand
Ten slotte geven Melle en Maysa als tip mee dat organisaties zeker ook hun voordeel kunnen doen met studenten die nog (lang) niet klaar zijn met hun studie. Volgens Maysa zijn er veel studenten die graag een paar dagen per week willen werken in het vakgebied waarvoor ze worden opgeleid om wat ze leren in praktijk te brengen en om werkervaring op te doen. Dat geldt niet alleen voor studenten die nog studeren aan de universiteit, dat geldt ook voor hbo-ers en mbo-ers die nog bezig zijn met hun studie. Melle: “Je loopt het risico dat studenten na verloop van tijd verder gaan kijken, dat is waar en dat is goed! Het is net als het vasthouden van zand: hoe harder je knijpt, hoe harder het door de vingers sijpelt. Je kunt beter een klimaat van continue verbeteren creëren waardoor je een ‘employer of choice’ wordt en blijft”.
De vakantieperiode komt eraan en dat biedt ons de kans om die videowerkplek eindelijk even los te laten. Ik ben daar wel aan toe. Het wérkt wel, maar ik ben het na vijftien weken wel een beetje zat om alleen maar naar dat schermpje te kijken. Het is nu tijd om zelf even los te gaan: het terras op met een biertje of een hapje eten in een restaurant. En dan zien we met z’n allen na de vakantie wel weer hoe de realiteit dan is. Er is vast weer meer mogelijk dan nu…
Maar hoe die nieuwe realiteit er eind augustus uitziet? Wie zal het zeggen…. Het kabinet heeft net weer flink wat versoepelingen bekend gemaakt. Er zullen waarschijnlijk weer meer mensen worden toegelaten in de kantoorgebouwen, maar ik zie het nog niet voor me dat iedereen weer naar z’n werk kan. Zolang die ‘anderhalvemeternorm’ er is, zit je nog in de problemen met looppaden, de bezetting van werkkamers en natuurlijk de drukte in de kantine. En dan heb ik het nog niet eens over de mogelijke drukte in het openbaar vervoer gehad. Als we allemaal weer aan de slag gaan, dan blazen we het OV op. Ook al hoef je daar geen afstand meer te houden.
Van dat videoschermpje zijn we voorlopig dus niet af. En laten we wel zijn: het brengt ons ook veel goeds! We moeten de lessen van deze crisis leren. Eén daarvan is dat we na coronatijd niet zomaar vanuit Groningen de auto of het OV pakken voor een vergaderingetje van een uur in Utrecht, Leeuwarden of vice versa. Dat kan prima via een videoverbinding. Toch blijft hier een goed evenwicht wel belangrijk.
We blijven sociale dieren. Bij een nieuw project moet je gewoon even kennis maken. Elkaars gezicht zien. De lichaamstaal van iemand lezen. Een vervolgafspraak kan dan wel weer via een schermpje. Dat is veel duurzamer en het kost organisaties veel minder reistijd.
In dat opzicht is het interessant om te zien dat twee Groningse bedrijven de huur van hun kantoren (deels) hebben opgezegd. Webshop Frank en Jet-Stream (aanbieder van livestreams) kwamen tot de conclusie dat thuiswerken eigenlijk best heel goed gaat. Ze zoeken nu een veel kleinere kantoorruimtes, waar het sociale component veel belangrijker wordt. Het wordt haast meer een clubhuis dan een pure werkplek.
Deze crisis is ook voor veel managers en ondernemers een eye opener. Vroeger dacht je dat je personeel vooral zat te tuinieren of te Netflixen als ze thuiswerkten. Corona zorgde ervoor dat er geen andere optie is. En nu blijkt dat men vaak net zo productief of zelfs productiever is.
Zo zie je maar weer: als je hard wordt geraakt, dan kunnen er ineens grote stappen worden gezet. Videobellen was al mogelijk, maar we gebruikten het amper. Nu valt het niet meer weg te denken. De nieuwe lichting studenten van Make IT Work krijgt al vanaf het begin online les. Het werkt als een tierelier! Het was tot corona nooit in ons opgekomen om die cursus zo aan te bieden. En zo kunnen we nog wel honderden voorbeelden opnoemen.
Dit is ook een goede les op het gebied van cybsersafety. Ik zou zeggen: onderneem nu actie en wacht niet tot het mis gaat, zoals je zag bij een niet nader te noemen ziekenhuis in het zuiden des lands. Hou het niet bij het incidenteel volgen van een webinar of het doorsturen van waarschuwingen voor phising. Zorg ervoor dat je klaar bent voor een cyberaanval, want dat scheelt enorm veel tijd en geld.
Het coronavirus heeft ons wakker geschud. Nu móeten we ineens veranderen en dan kan er een hoop. En het blijkt dat we ineens ook makkelijk kunnen ‘loslaten’. Loslaten van wat we altijd zo hebben gedaan.
Loslaten. Dat heb ik ook maar gedaan met mijn vakantieplannen. We zouden eigenlijk naar Zuid-Afrika, maar dat zit er nu natuurlijk niet in. We gaan maar fietsen in Nederland. Ach, ik ben vast niet de enige wiens vakantieplannen in de war worden geschopt. Geen Zuid-Afrika, Amerika of Kaapverdische Eilanden, maar kamperen in Nederland, Duitsland of Frankrijk. Het is even niet anders. Het geldt voor iedereen. ‘Fear of Missing Out’ is niet aan de orde. En gelukkig kunnen we in eigen land ook perfect vakantievieren. Ik zou dan ook zeggen: ga ook zelf een beetje los. Steun de horeca en de vrijetijdsondernemers.
En dan zien we elkaar hopelijk weer eens na de vakantie bij een activiteit van Samenwerking Noord. Mét een nieuw team, want we verwachten dat onze nieuwe secretaris en programmamanager vanaf 1 september beginnen.
Rest mij niets meer dan iedereen een prettige vakantie te wensen!
Dubbelinterview Hans Ebels (Nijestee) en Arjen de Vries (Lefier).
Ook bij woningcorporaties wordt digitalisering meer en meer de cruciale schakel om klanten beter te bedienen. Net als bij verzekeraars of banken kunnen de cliënten (huurders) steeds meer zaken zelf online regelen. En om dat te organiseren is veel kennis nodig. Dat is één van de belangrijkste redenen waarom een groep noordelijke corporaties zich recent heeft aangesloten bij Samenwerking Noord, in de hoop en verwachting dat hun organisaties daar vruchten van gaan plukken. Binnen Samenwerking Noord, dat is onderverdeeld in sectoren, vormen de corporaties een aparte sector.
Arjen de Vries, adviseur informatievoorziening bij de corporatie Lefier, en Hans Ebels, manager informatie technologie bij Nijestee, vertellen waarom hun bedrijven zich aansloten bij Samenwerking Noord, wat hun verwachtingen waren en of deze zijn uitgekomen.
De corporaties in Noord-Nederland zijn overigens relatief klein, in omvang variërend van ca. 75 tot ca. 350 medewerkers. Digitalisering speelt bij corporaties een steeds grotere rol. Niet alleen processen voor de klantbediening worden digitaal, ook bouw- en renovatieprocessen worden meer en meer data gedreven, waarbij partijen in ketens samenwerken en gebruik maken van dezelfde data. Tegelijkertijd beschikt geen van de corporaties over een grote ICT-afdeling. Een breder kennisnetwerk, waarbij geput kan worden uit ervaring van andere organisaties is dan meer dan welkom.
‘We zijn niet over één nacht ijs gegaan toen we besloten aan te haken bij Samenwerking Noord. Aanvankelijk was het een belangrijke doelstelling van Samenwerking Noord om mensen te binden aan het Noorden, en het schaarse talent hier te behouden. Maar in ons proefjaar 2017 kreeg Samenwerking Noord naar mijn gevoel steeds meer de ambitie om ook kennis te delen. Dat sprak mij meer aan’, zo betoogt Hans Ebels.
Lefier was al wat eerder overtuigd van de voordelen van het lidmaatschap, en was al in 2013 lid geworden. ‘Het is echt heel nuttig voor onze ( IT-) medewerkers dat ons bedrijf zich heeft aangesloten bij Samenwerking Noord. We hebben binding met het Noorden, en onze medewerkers krijgen toegang tot kennisbijeenkomsten en webinars. Verder is het zo dat niet alleen de corporaties binnen Samenwerking Noord goed samenwerken, maar ook kennis krijgen van ontwikkelingen in andere sectoren. En we vinden het ook waardevol dat onze IT-ers binnen Samenwerking Noord vakgenoten leren kennen die werkzaam zijn bij andere bedrijven en sectoren’, aldus Arjen de Vries.
‘Er valt meer uit te halen’
‘Ik denk dat we nog meer rendement uit het lidmaatschap zouden kunnen halen. Ik bedoel dat niet als kritiek, maar als een constatering. We hebben het allemaal smoordruk, waardoor we te weinig tijd vrij maken om te investeren in de samenwerking. We zouden dus veel meer kunnen doen om te putten uit de enorme hoeveelheid kennis die voor handen is, de kruisbestuiving kan nog beter’, zegt Hans Ebels. Dat geldt zowel tussen de corporaties onderling als voor de kennis die bij het netwerk Samenwerking Noord beschikbaar is.
Ook Arjen de Vries denkt dat er meer rendement te maken zou kunnen zijn. ‘Een van de leuke kanten van het lidmaatschap is dat er vaste momenten zijn om elkaar te ontmoeten. Maar ik heb ook wel de behoefte om daar wat meer mee te doen, en te zorgen dat dat concrete resultaten oplevert. Ik hoop dat we daarbij nog wat meer inbreng krijgen van andere partijen, die ons kunnen helpen om stappen te maken’.
De corporaties komen vier keer per jaar bij elkaar, waarbij iedere keer een bepaald thema wordt uitgediept. Per thema vragen ze deskundigen van andere organisaties om kennis en ervaring in te brengen over het desbetreffende thema. ‘De eerste sessie was in februari, en was gewijd aan informatiebeveiliging. Daar kwamen dertig mensen op af. Bert Moorlach van het UMCG hield er een interessante lezing. Er kwamen ook mensen van andere organisaties, en daar werd ik wel blij van!’, aldus Arjen de Vries.
Helaas is het er door de coronacrisis nog niet van gekomen om volgende sessies te plannen, maar dat zal er zeker weer van komen, in welke vorm dan ook.