Samenwerking Noord en het nieuwe motto “We Unite”…

De Nieuwjaarsbijeenkomst van Samenwerking Noord op dinsdag 21 januari was in meerdere opzichten zeer uitzonderlijk. Op de eerste plaats vanwege het wat late tijdstip, waardoor iemand grapte dat we er “meteen maar een oud-jaarsbijeenkomst van konden maken!”. Maar toch kwam het wel heel goed uit dat de bijeenkomst eind januari was, want in de eerste weken van januari zijn er al zóveel nieuwjaarsvisites, dat het amper is bij te benen.

Kennelijk was de datum van 21 januari wel handig gekozen want de opkomst was zeer groot: er kwamen meer dan honderd mensen. Bovendien konden we de receptie op deze avond houden in het Forum Groningen, en dat was, voor wie nog niet in het gebouw was geweest, een mooie reden om naar onze bijeenkomst te komen.

Bovendien symboliseerde het gebouw van Forum Groningen wat mij betreft ook heel mooi datgene waar ook Samenwerking Noord voor staat: de toekomst! Het Forum is ook ‘verbinden’: de verbinding leggen met de bevolking als ontmoetingsplek en verbinden doet Samenwerking Noord ook.

Tijdens de bijeenkomst kon ik ook even kwijt dat ik mij zeer verheug op de rest van het komende jaar, waarin weer veel activiteiten en kennissessies zijn  gepland. En dit jaar gaat ook heel mooi van start met het inschrijven van ons zeventigste lid: de Noordelijke Dagblad Combinatie (NDC). Dit bedrijf ziet zichzelf terecht als een verbinder van het Noorden, en aangezien we zelf ook niets liever doen dan verbinden, denk ik dat we er met dit bedrijf een mooie partner bij hebben gekregen.

Tijdens de bijeenkomst werd ook het nieuwe logo onthuld, en een nieuwe website. De subtitel van het nieuwe logo is – in groene letters – : ‘We Unite’. Dat was op de bijeenkomst ook heel goed te zien: we brengen partijen bij elkaar. Dat wij in het Noorden zo’n goede samenwerking hebben op IT-gebied, dat is uniek in Nederland, en andere regio’s kijken daar met jaloezie naar.

Wat mij betreft is het dan ook een heel mooi voornemen voor de rest van het komend jaar: bevorderen dat mensen elkaar weten te vinden. Voor een krachtige, onderling goed verbonden, noordelijke “IT” sector. IT is daarbij meer dan alleen de IT’ers, IT gaat diep de organisatie in, en is van iedereen en dat betekent dat Samenwerking Noord er is voor iedereen.

Bezoek van staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat aan Qbit

Woensdag 4 december bezocht staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat Qbit. Aanleiding van het bezoek was de campagne die het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid is gestart om bewustwording bij consumenten te creëren over de veiligheid van slimme apparaten.
Volgens onderzoeksbureau zijn in 2020 20 miljard slimme apparaten online. Allerlei apparaten, zoals lampen, sieraden, auto’s, thermostaten en zonnepanelen, zijn verbonden met het internet. Dit biedt, in combinatie met bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, oneindig veel mogelijkheden. Op dit moment betekent het vaak dat we onze smartphone als afstandsbediening gebruiken. De verwachtingen zijn dat het zogenaamde internet der dingen (Engels: Internet of Things (IoT))  in de (nabije) toekomst productieprocessen verbetert en dat het oplossingen biedt voor problemen rondom energie en milieu, criminaliteit, gezondheidszorg en onderwijs. Er is ook een nadeel. Al die apparaten zijn vaak niet of slecht beveiligd. De software is verouderd en updates worden niet uitgevoerd. In 2016 al zagen we een glimp van wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn van slecht beveiligde apparaten. Een zogenaamde DDoS-aanval  zorgde ervoor dat een groot deel van het Amerikaanse internet aan te oostkust platlag. De aanval werd uitgevoerd via het Mirai-botnet. Mirai, dat Japans voor toekomst betekent, maakte gebruik van slecht beveiligde IP-camera’s en WiFi-routers. Een ander risico is dat hackers via een apparaat onze huis binnendringen. Een vreemde praat via de babyfoon met je kind, gebuikt jouw IP-telefoon om te bellen en zet je harde schijf met persoonlijke foto’s en video’s online. Het is niet de vraag of je wordt gehackt maar wanneer en hoe vaak. Steeds meer organisaties dringen aan op een betere beveiliging van slimme apparaten.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat tezamen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid lanceerden in april vorig jaar de ‘Roadmap Digitaal Veilige Hard- en Software’. De Roadmap biedt een samenhangend pakket aan maatregelen om de onveiligheden in hard- en software te voorkomen, kwetsbaarheden te detecteren, en om de gevolgen daarvan te mitigeren. Maatregelen die worden voorgesteld zijn bijvoorbeeld standaarden en certificering, aansprakelijkheid en bewustwordingscampagnes. Andere belangrijke maatregelen zijn ook wettelijke eisen, toezicht en handhaving. Het is de verwachting dat op Europees niveau, als onderdeel van de Radio Equipment Directive, minimale eisen worden gesteld aan de beveiliging van slimme apparaten zodat onveilige apparaten van de markt kunnen worden geweerd. Deze maatregelen worden op z’n vroegst eind volgend jaar ingevoerd. Agentschap Telecom houdt hier toezicht op de naleving van de richtlijn. Qbit is daarnaast van mening dat de overheid consumenten en fabrikanten van slimme apparaten ook financiële prikkels moet geven om veilige slimme apparaten te maken en te kopen. De markt voor slimme apparaten is op dit moment in onbalans. De focus ligt op innovatie, functionaliteit en time-to-market. Er is onvoldoende aandacht voor beveiliging. Dit verhoogt de prijs van een apparaat en vertraagt de marktintroductie. Consumenten willen bovendien niet voor beveiliging betalen als dit betekent dat een slim apparaat vier of vijf keer zo duur wordt.
Qbit ontwikkelt een IoT security test lab dat zich voornamelijk richt op de het structureel testen en onderzoeken van de beveiliging van slimme apparaten. Het lab is in samenwerking met partners opgezet en kan in de toekomst ook door derden en deels op afstand (virtueel) worden gebruikt. Uniek is dat Qbit via het lab ook middelen vanderden ter beschikking wil stellen en delen. Dit kan gaan om mensen, testapparatuur en –programmatuur. Via het lab moet een zo representatief mogelijke test-omgeving worden gecreëerd waar zoveel intrusive als non-intrusive kan worden getest.
Qbit test en onderzoekt op dit moment in samenwerking met Consumentenbond, studenten van Hogeschool van Amsterdam en het Noorderpoortcollege de beveiliging van allerlei consumenten elektronica. Dit onderzoek is mede mogelijk door een subsidie van provincie Groningen. Tijdens het bezoek van de staatssecretaris laten medewerkers van Qbit en een aantal afstudeerstagiairs de resultaten van de tests zien, en de risico’s van onveilige apparaten. Jerry Romp laat zien hoe hij wist in te breken op een veelgebruikte router en zo toegang kan krijgen tot een thuisnetwerk. Jasper Nota liet zien hij de controle over een slimme babyfoon overneemt en Willem Westerhof vertelde hoe je via kwetsbaarheden in de omvormers van zonnepanelen het Europese stroomnetwerk in onbalans kunt brengen. Tijdens het bezoek werden natuurlijk tips besproken waarmee een consument zelf een aantal risico’s kan wegnemen. Denk aan het regelmatig uitvoeren van updates en het wijzigen van standaard wachtwoorden. Een consument moet bij de aankoop van slimme apparaten ook kijken welke informatie beschikbaar is over bijvoorbeeld updates. Eind november drong de Autoriteit Consumenten & Markt erop aan dat de consument voor hun aankoop informatie moeten ontvangen over toekomstige updates van het apparaat.

Gemeente Groningen maakt werkzoekenden “Tech-savvy” in samenwerking met Bossers & Cnossen

Voor haar werkzoekende cliënten is de Gemeente Groningen proactief in het verkleinen van de afstand tot de veranderende arbeidsmarkt. De huidige Nederlandse arbeidsmarkt kent een aantal kansberoepen, die zich concentreren in de volgende sectoren: Techniek-industrie-bouw, ICT, Zorg, Onderwijs, Transport en logistiek, Groen en Horeca.

Momenteel behoort ICT tot de categorie krapteberoepen, waarbij op dit moment “Programmeur” een moeilijk vervulbare vacature is. Er is een grote variëteit aan cursussen, bootcamps, traineeships en gratis tutotrials om “Programmeur” te worden. Niet elke werkzoekende is echter geschikt om programmeur te worden. In de praktijk blijkt dat de voorkeur uitgaat naar kandidaten met een ICT opleiding of achtergrond.

ICT is echter een brede sector, waarbij voor talrijke andere functies ‘affiniteit met IT’ voldoende is voor een werkzoekende om wel in deze sector aan het werk te kunnen. Dit in tegenstelling tot programmeervaardigheden of een ICT-achtergrond, waarmee ICT in eerste instantie geassocieerd wordt.  In dat licht heeft Bossers & Cnossen het Tech-savvy trainingsprogramma ontwikkeld waarin IT-kennis en 21st century skills getraind worden. Met als doel meer kennis van IT en duurzame inzetbaarheid van mensen in de razendsnel veranderende wereld waarin we nu leven. Werken met IT is namelijk geen keuze meer, maar een feit. Hiermee speelt Bossers & Cnossen ook in op de vraag in  naar werknemers die goed en efficiënt gebruik maken van de huidige technologie en de deze technologische ontwikkelingen goed kunnen bijbenen. Met het Tech-savvy maken van haar werkzoekenden vergroot de gemeente Groningen de kansen voor deze groep om te werken in de ICT en in andere sectoren. Het volgen van het Tech-savvy traject levert werkzoekenden het volgende op:

  • Men is op de hoogte van de laatste (IT) trends en ontwikkelingen;
  • Men weet de impact van deze ontwikkelingen op waarde te schatten;
  • Werkzoekenden kunnen beter met gangbare tooling omgaan;
  • Men weet welke tooling beschikbaar is om het eigen werk en dat van (toekomstige) collega’s nog efficiënter en leuker gedaan te krijgen;
  • Werkzoekenden worden adviseur richting hun omgeving als het gaat om slim en effectief samenwerken;
  • Tot slot heeft men uitstekende kennis over het solliciteren in de digitale wereld.

Aansluitend aan het Tech-savvy traject zoekt de gemeente werkplekken en/of stageplekken voor deze groep werkzoekenden. Zie je vanuit jouw organisatie aanknopingspunten? Neem dan contact op met Jelle Vogelzang van de gemeente Groningen. Zijn gegevens: jelle.vogelzang@groningen.nl of 06 316 45 190.

IT Academy start met vakopleiding Functioneel beheer

IT Academy Noord-Nederland, onderdeel van de Hanzehogeschool Groningen, heeft een nieuw traject aan haar opleidingsaanbod toegevoegd. In februari start de vakopleiding Functioneel beheer in Groningen. In vijf dagen, verspreid over zes weken, gaan deelnemers aan de slag om concrete antwoorden en oplossingen te geven voor de uitdagingen waar functioneel beheerders dagelijks mee te maken hebben in hun werk. De vakopleiding wordt verzorgd door Daniël. E. Brouwer, auteur van het boek Het handboek van de functioneel beheerder. In navolging van het boek heeft Daniël de vakopleiding Functioneel beheer ontwikkeld.   

Het vakgebied Functioneel beheer is op dit moment sterk in ontwikkeling. Tegenwoordig zijn er Functioneel beheerders in vele soorten en maten, van applicatiegerichte specialisten tot breed georiënteerde generalisten, maar ze hebben allemaal één primair doel: zorgen voor een betrouwbare, wendbare, schaalbare en innovatieve informatievoorziening voor de hele organisatie.

Deze nieuwe opleiding van de IT Academy bestaat uit tien verschillende modules verspreid over vijf dagen. Tijdens iedere module krijgen deelnemers concrete handvatten aangereikt om theorie en tools direct te vertalen naar de praktijk. Gedurende de opleiding gaan de deelnemers hiermee aan de slag. De vakopleiding Functioneel beheer wordt verzorgd door Daniël E. Brouwer. Daniël is een expert op het gebied van functioneel beheer. Naast dat hij Lean Six Sigma Master Black belt is, is hij interimmanager, ondernemer, spreker en auteur van Het handboek voor de functioneel beheerder. Het traject is geschikt voor zowel de beginnende als ervaren Functioneel beheerder. Meer weten? Klik hier.

“Wie doet er mee in het Samenwerking Noord Dream Team voor de Odyssey Hackathon?”

De Odyssey Hackathon startte jaren geleden als de Blockchain Hackathon en is uitgegroeid tot een van de meest toonaangevende hackathons in Nederland. De start is elk jaar in de Ridderzaal in Den Haag met de aankondiging van de challenges van dat jaar. Het is een unieke ervaring om aan deel te nemen. Daarom wil Samenwerking Noord 7 medewerkers vanuit de leden de gelegenheid geven om aan dit event deel te nemen. We stimuleren daarmee de samenwerking tussen de leden en dragen bij aan kennisopbouw. Een onvergetelijke ervaring voor het team en ook een goede manier om Samenwerking Noord op de kaart te zetten.

4 december zijn de challenges voor de Odyssey Hackaton gepubliceerd, zie https://www.odyssey.org/ voor alle informatie. Aan welke challenge we mee gaan doen ligt nog open, maar we denken aan één van de challenges die vanuit het Noorden zijn ingediend:

Inclusive Safety Challenges

of

The Future of Acute Healthcare

We roepen daarom alle medewerkers uit één van onze Samenwerking Noord organisaties, die mee willen doen op om zich te melden via info@samenwerkingnoord.nl.

We zoeken naar 6 teamleden met kennis op een of meerdere van onderstaande terreinen:

  • Inhoudsdeskundigen van een thema
  • Scrum masters
  • Data Scientists en AI experts
  • Full Stack developers (front en/of back-end)
  • Data(-base) experts
  • Communicatie specialisten

Met hartelijke groet,

Haije Wind en Alan Hofstede en Sylvia van Tol (Kennis Agenda Samenwerking Noord)

“The challenges we tackle are complex problems that involve multiple stakeholders and cannot be solved by a single company, industry, or state. They have a global societal and economic impact and are tied to the United Nations Sustainable Development Goals (UN SDGs).

At the fourth edition of the Hackathon (April 3-5) in Groningen, the Netherlands, 105 selected teams will collaborate with corporates, governments, and non-profits to create solutions to how we organize society in the 21st century. The areas where teams can make an impact range from energy transition, logistics, urban infrastructure, healthcare, public safety to nature conservation and digital identity. Hundreds of Jedi, including the legal and financial regulators, will be there to support the teams in building their solutions.

To find out more about the challenges and get a head start in preparing for the hackathon, join Odyssey Connect on February 4-5 in the Hague.”

 

 

Nico Kluin (Get There): ‘Betekenis Samenwerking Noord voor ICT-sector in Noord Nederland kan aanzienlijk groter worden’

De rol en betekenis van Samenwerking Noord voor de noordelijke ICT-sector, én voor de noordelijke economie kan nog aanzienlijk groter worden. Dat kan wanneer de aangesloten bedrijven en instellingen nog meer gebruik maken van de mogelijkheden tot kennisdeling. Ook moeten er plannen komen voor nieuwe opleidingen op bijvoorbeeld ‘low code/no code’ en kan de aansluiting met organisaties in met name Friesland en Drenthe worden vergroot. ‘En een ander heel mooi doel voor het komend jaar 2020 is het vergroten van betrokkenheid van ICT medewerkers van de leden van Samenwerking Noord bij de kennisevents. Daarmee krijgen medewerkers de kans af en toe in de keuken van andere organisaties te kijken’.

Nico Kluin (50), die dit betoogt, is commercieel directeur en mede-eigenaar van het in Leek gevestigde ICT dienstverleningsbedrijf Get There. Dit bedrijf is vanuit Leek met name actief in de drie noordelijke provincies en is leverancier van hoogwaardige management- en ICT diensten. Get There voert projecten uit en helpt organisaties met kennis en ervaring op gebieden als projectmanagement, informatie analyse en ontwerp, software ontwikkeling en beheer, maar ook in het halen van waarde uit data met haar data engineers. Er werken in totaal ongeveer 85 mensen, waarvan een aanzienlijk deel is ingezet voor bedrijven en instellingen in het Noorden van Nederland.

Samenwerking Noord

Sinds 2009 is Nico Kluin werkzaam bij Get There, dat dit jaar haar 20 jarig jubileum viert. Bijna drie jaar geleden was zij één van de eerste private ondernemingen die zich aansloot bij Samenwerking Noord. Dat was toen vrij opmerkelijk, omdat de vrees bestond dat private bedrijven meer waren van hálen, dan van bréngen. Maar in korte tijd is gebleken dat commerciële partijen de uitgangspunten van Samenwerking Noord niet alleen volledig delen, maar er ook krachtig aan bijdragen in de vorm van bijvoorbeeld kennisdeling. Uitwisseling van kennis en ervaring is uiteindelijk in het algemeen belang van de hele ICT arbeidsmarkt en -bedrijvigheid.

Nico Kluin is voorzitter van de Sector ICT Dienstverlening. ‘Onze sector bestaat nu al uit twaalf aangesloten dienstverleners, en er is veel belangstelling om lid te worden: er staan momenteel zes bedrijven in de wachtrij’, vertelt Kluin met enige trots. Daarnaast vormt hij samen met Machiel van der Schaaf (tevens voorzitter van Samenwerking Noord) en Sylvia van Tol (in de rol van programmamanager) de werkgroep HR- en Talentontwikkeling en faciliteren zij de sectoren op dit thema.

Volgens Kluin zijn de ICT dienstverleners als lid gelijkwaardig aan andere leden van Samenwerking Noord. ‘Natuurlijk is het zo dat wij commerciële partijen zijn. Maar het is ook in óns belang om na te denken over gemeenschappelijke thema’s op HR en kennisontwikkeling: daar hebben we allemaal dezelfde belangen. Verder denk ik dat de ICT dienstverleners ook iets extra’s te bieden hebben aan de vereniging. Ik denk dat wij goed zijn in het verbinden. Ons dagelijks werk bestaat er uit dat we veel verschillende organisaties ondersteunen en daarmee vaak kijkjes nemen in de keuken van andere bedrijven. Daardoor hebben wij natuurlijk een krachtig netwerk en beschikken we over schaarse deskundigheid, en daar kunnen we zeker gebruik van maken voor Samenwerking Noord. Wij willen dit inbrengen om belangrijke innovatieve thema’s, zoals digitale transformatie, te ondersteunen en hierop verder kennis te ontwikkelen en te delen.’

Toekomst

Het gaat goed met Samenwerking Noord, vindt ook Nico Kluin. Maar dat is voor hem geen reden om tevreden achterover te leunen. Want net als bij een bedrijf is het uitdagend om méer uit de organisatie te halen, kansen te benutten, Samenwerking Noord nóg relevanter te maken en daarmee uiteindelijk de betekenis van de hele ICT sector voor Noord-Nederland te vergroten. Maar hóe dan?

‘Ik denk dat Samenwerking Noord het verbinden wat ze nu doet, nog verder kan uitbouwen. De aansluiting met meer organisaties in de regio kan dus nog beter. In Friesland hebben we hele goede contacten met onze ‘zusterorganisatie’ Connect.frl . ‘We praten momenteel over het intensiveren van de samenwerking. In 2020 zou dat wel eens tot een zeer innige samenwerking kunnen komen’.

Wat de aan het begin van dit interview genoemde kennisdeling betreft zegt Nico Kluin dat bedrijven kansen laten liggen wanneer medewerkers voor wie het relevant is niet naar kennis sessies gaan, louter en alleen omdat zij geen weet hebben van die sessies. ’Als we de medewerkers van onze leden nog beter kunnen  bereiken, denk ik dat we nog een forse stap omhoog kunnen zetten!’

Low Code / No Code

Een andere uitdaging is volgens Kluin het verbeteren van de aansluiting van vraag en aanbod. Dit start natuurlijk al bij het goed ‘richten’ van de opleidingen. ‘Als sector-voorzitter zou ik heel graag samen met andere leden plannen willen maken om er voor te zorgen dat de benodigde nieuwe kennis op tijd en in voldoende mate beschikbaar komt in het Noorden. We moeten écht plannen maken zodat de ICT sector op tijd de juiste mensen heeft om de ICT-motortjes in de bedrijven te kunnen laten draaien’.

‘Zo zouden we (ook) eens moeten kijken naar platformen voor “Low Code / No Code”. Wanneer we ook van deze tools gebruik gaan maken kunnen we Noord-Nederland echt een enorme stap verder helpen in het kleiner krijgen van de schaarste op software engineers.’, aldus Nico Kluin.

Fred Hassert: ‘Het jaar 2019 was prima voor Samenwerking Noord. En voor 2020 is onze wens…’

Bent u ook al in Kerstvakantiestemming, en blikt u in gedachten al een beetje terug op het nu snel aflopende jaar? Ik wel. Gelukkig kan ik mijn vakantiegevoel combineren met een voldaan gevoel over het nu bijna voorbije jaar. Want 2019 was een prima jaar voor Samenwerking Noord! Al blijft er ook nog iets te wensen, en daar zal ik u graag meer over vertellen.

Maar eerst even wat betreft dat voldane gevoel. We zijn er met z’n allen bij Samenwerking Noord bijvoorbeeld in geslaagd om dit jaar veel kennissessies (groot en klein) te organiseren. Zo gaat het bijvoorbeeld goed met de sessies van het Kennisnetwerk Data Science en krijgen we hier in het Noorden steeds meer kennis over de vraag wat je allemaal nog meer kunt doen met big data. Ook kan ik me mooie sessies herinneren in het Van der Valk Hotel (bijvoorbeeld “cloud”) , in het provinciehuis waren er de agile congressen en afgelopen maand bijvoorbeeld nog een bijeenkomst over HRM.

Het mooie van die sessies is trouwens niet alleen dat je er kennis ophaalt, maar vooral ook dat je nieuwe relaties krijgt en zo je netwerk vergroot. “Kennis uitwisselen en kennismaken!”, zo zou je dan ook de functies van de kennissessies kunnen omschrijven. Door nieuwe kennissen te maken werken we met z’n allen aan een soort eco-systeem voor kennis over IT-onderwerpen en digitalisering in het Noorden.

Nieuwe leden

Ook wat betreft het aantal leden van Samenwerking Noord hadden we in 2019 een mooi jaar. In totaal kwam er een tiental bedrijven bij, waaronder ook NDC, het Waterbedrijf, TKP, ilionx, Ventus nog enkele anderen.

Wens voor 2020: mobiliteit bevorderen

En dan nu even een overpeinzing voor 2020. Het zou mooi zijn wanneer we er met het bevorderen van mobiliteit een schepje bovenop kunnen doen. Ik doel er daarbij op dat het een prachtige doelstelling is van Samenwerking Noord om medewerkers van bedrijven tijdelijk bij elkaar te detacheren. Zo zou je iemand met een bepaalde functie – laten we zeggen een data-analist – tijdelijk kunnen uitlenen aan de provincie. En de provincie zou één van haar specialisten tijdelijk bij een bedrijf kunnen onderbrengen.

‘Ja, ja!’, hoor ik u denken, “dat geeft wel veel gedoe!”. Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Want inderdaad moet je daarvoor het één en ander regelen. Maar daar staat natuurlijk tegenover dat je je medewerkers kans geeft hun horizon te verbreden. Ze kijken bij een ander bedrijf in de keuken, en wie weet, brengt hen dat op nieuwe ideeën, waar de eigen organisatie dan weer van profiteert.

Bovendien: het betekent dat de noordelijke arbeidsmarkt interessant blijft voor medewerkers van bedrijven aangesloten bij Samenwerking Noord. Wanneer ze af en toe elders aan de slag kunnen, zullen ze minder snel naar de Randstad gaan, omdat ze denken dat het gras daar misschien groener is.

Nieuwjaarsbijeenkomst in de NOK van Groningen

Ik verheug me nu al op de Nieuwjaarsbijeenkomst: op 21 januari 2020 om 16.30 uur.

Die is dit jaar namelijk van ongekend hoog niveau. Of liever: óp hoog niveau. Want de Nieuwjaarsbijeenkomst is in NOK, het hoogste gedeelte van het Forum Groningen. Een bijzondere plek, want we zitten er niet alleen aan de top: ook zitten we er in (het gebouw van) de toekomst. Dus een plek op hoog niveau, in de toekomst: een locatie die de betekenis van Samenwerking Noord beter illustreert hadden we niet kunnen wensen.

Aanmelden Nieuwjaarsbijeenkomst

Meld je dus snel aan voor de Nieuwjaarsbijeenkomst!

En alvast een gelukkig en digitaal Nieuwjaar!

Harry Roor – “Er is nog véel meer mogelijk met digitale samenwerking”

‘Hoe kun je bevorderen dat mensen in bedrijven digitaal beter met elkaar samenwerken? Wat is er voor nodig om mensen zo ver te krijgen dat ze gebruik gaan maken van de vele nieuwe technische mogelijkheden om samen te werken?’ Dat zijn enkele van de vele vragen waar leden van de Kennisgroep Digitaal Samenwerken van Samenwerking Noord zich over buigen. Enthousiast voorzitter van deze Kennisgroep is Harry Roor, verbonden aan het Noorderpoort in Groningen.

‘Er is de afgelopen jaren technisch zeer veel mogelijk geworden wat betreft Digitaal Samenwerken. Maar veel medewerkers in bedrijven komen niet veel verder dan samen te werken binnen een document. In onze Kennisgroep houden we ons enerzijds bezig met de vraag wát er technisch allemaal mogelijk is. Maar anderzijds ook met de vraag wat we moeten doen om er voor te zorgen dat mensen ook daadwerkelijk van de nieuwe mogelijkheden gebruik gaan maken’, zo vertelt hij.

De Kennisgroep Digitaal Samenwerken heeft actieve en gemotiveerde leden. Het streven is om zes sessies per jaar te houden. In totaal telt de groep circa vijfentwintig leden, maar per bijeenkomst komen er zo’n vijftien mensen. De belangstelling was dit afgelopen jaar iets groter dan het jaar er voor. ‘Mijn ervaring is dat als je maar zorgt voor een goed programma, het aantal deelnemers vanzelf groeit. Veel van onze leden zien de waarde van de sessies, want bedrijven en instellingen kunnen er enorm van profiteren wanneer de digitale samenwerking beter verloopt’, zo zegt Harry Roor.

Roor is al 24 jaar verbonden aan Noorderpoort en was daar in de meest uiteenlopende (onderwijs-)functies werkzaam. Dat heeft ook te maken met zijn belangstelling: hij wil zichzelf voortdurend blijven ontwikkelen en kennis vergaren, en kon daardoor uiteenlopende vakken doceren: van Nederlands tot wiskunde en informatica.

Binnen de school was hij ook actief met het ontwikkelen van een registratiesysteem. Misschien was het vanwege al deze kennis en kunde dat hij in 2011 door de school werd gevraagd om naar de bijeenkomsten van Samenwerking Noord te gaan. Aangezien hij vindt dat wie “a” zegt ook “b” moet zeggen, besloot hij om aan het verzoek te voldoen, maar dan ook altijd aanwezig te zijn. En sindsdien heeft hij nooit een bijeenkomst van Samenwerking Noord gemist. Twee jaar geleden werd hij gevraagd voorzitter te worden van de Kennisgroep Share Pint (Digitaal Samenwerken), als opvolger van Peter Mason.

‘Ik vind Digitale Samenwerking echt een prachtig onderwerp. Wat ik belangrijk vind is dat het een thema is dat je van alle kanten moet benaderen. Het is namelijk niet alleen een kwestie van techniek, maar je moet ook nadenken over gedrags- en cultuurverandering. Daarom is kennis vergaren over het gedrag van mensen ook heel erg belangrijk: wat is er voor nodig om mensen mee te krijgen naar een andere manier van samenwerken, en wat is dan het beste middel?’.

Harry Roor zegt dat hij voorzitter is geworden omdat er nu eenmaal íemand moet zijn om de kar te trekken, uit een soort plichts- en verantwoordelijkheidsgevoel. ‘Maar ik moet zeggen: ik vind het ook wel heel erg leuk om te doen. Het is boeiend om na te denken over de vraag hoe je de samenwerking kunt bevorderen. Want wat het zo lastig maakt is dat mensen gewoontedieren zijn. Ze hebben een bepaalde vaardigheid, maar dat kan ook een rem zijn. Ze moeten niet alleen iets nieuws léren, maar ook iets áfleren. En als je dat gedrag wilt veranderen moet je de mensen ook weer niet tegen je in het harnas jagen!’

Voor 2020 heeft hij de ambitie om opnieuw actuele onderwerpen aan de orde te stellen tijdens de sessies. ‘We proberen écht zinvolle bijeenkomsten te organiseren. Liever dat tien mensen na afloop blij naar huis gaan, dan dat je drukkere bijeenkomsten organiseert waar mensen achteraf minder blij mee zijn’.

Harry Roor is best een beetje trots op het feit dat de Kennisgroep kennelijk in een behoefte voorziet, en dat de sessies constant worden bezocht. Wanneer mensen verhinderd zijn, vragen ze vaak een collega uit het eigen bedrijf om hen te vervangen. ‘Er is waardering voor onze onderwerpen over kennis delen en kennis halen, en uit die waardering, daar haal ik veel voldoening uit’.

Voorlopig zal de Kennisgroep nog wel blijven bestaan, want de ontwikkelingen blijven continu doorgaan. Ook wat betreft het gebruik maken van big data dient zich een onderwerp aan waar vast en zeker nog menig kennis-sessie aan gewijd zal kunnen worden.

De resultaten van de Digital Readiness Scan van Samenwerking Noord

In de Postwagen te Tolbert heeft Thijs Broekhuizen van het GDBC (RUG) afgelopen woensdag 27 november de resultaten van de Digital Readiness Scan van Samenwerking Noord (SN) besproken. In april en mei van dit jaar hebben 31 leden de vragenlijst ingevuld. Hieruit blijkt dat SN leden overall digitaal ready zijn, maar dat er duidelijke verschillen zijn tussen de organisaties. Deze verschillen worden niet door leeftijd, grootte of industrie van de organisatie verklaard. Wel blijkt dat de voorlopers ook geneigd zijn om te blijven investeren in digitalisering.

Waar digitaal verbeterd?
De SN leden hebben duidelijke stappen gemaakt. In de afgelopen twee jaar hebben ze zich sterk verbeterd op het gebruik van nieuwe technologieën en data. Daarnaast heeft het personeel extra kennis opgedaan om veilig met data om te gaan en om de privacy van eindgebruikers te waarborgen. De organisaties verbeteren vooral de interne kant door bestaande processen te verbeteren. Het experimenteren om samen met de klant waarde te creëren en om met data om te zetten in geld gebeurt minder vaak. Een digitaal specialist blijkt erg nuttig te zijn om de stap te maken van digitalisering (verbeteren van deelprocessen) naar digitale transformatie (ontwikkelen van nieuwe businessmodellen), al zal dit niet voor elk bedrijf nuttig en haalbaar zijn. Dat de SN leden zich aan het voorbereiden zijn op het delven van de nieuwe goudmijn (big data) is duidelijk: de top 3 van meest gebruikte disruptieve technologieën zijn sensortechnologie, big data, en AI/machine learning/deep learning.

Op basis van de Digital Readiness Scan zijn er drie thematische vragen voorgelegd aan de aanwezigen. Deze vragen zijn verder verkend onder leiding van Nicolai Fabian, Edin Smailhodzic en Broekhuizen – allen van het GDBC. Bestaande problemen en mogelijke oplossingen stonden hierbij centraal.  

Hoe creëer je met het juiste leiderschap een cultuur die de digitale transformatie faciliteert?
Vaak blijkt het lastig om digitalisering op de radar te krijgen van de top van de organisatie. Er is een duidelijke behoefte aan leiders die een duidelijke digitale visie hebben, investeringen mogelijk maken, en de medewerkers kunnen overtuigen van de noodzaak van digitalisering. De top van de organisatie moet dus een duidelijke stip aan de horizon zetten. Daarnaast blijkt het net zo belangrijk om tegelijkertijd te experimenteren met kleine deelprojecten om daar snel van te leren (bottom-up). Aangezien digitale transformaties per definitie onzeker zijn, is er een grote kans op mislukking (ongeveer 66% tot 84% van digitale transformaties mislukt). Om toch te leren is het belangrijk om een supportive culture for failure te creëren: je mag falen, maar leer er dan wel van. Het leren van mislukkingen via een fuck-up event kan de angst om te falen bij werknemers wegnemen.

Innoveren zonder budget: hoe maak je geld vrij voor digitale transformatie, hoe zorg je dat er middelen zijn?
Een gebrek aan financiële middelen wordt gezien als een belangrijke reden om niet te innoveren. En als er dan budget beschikbaar wordt vrijgemaakt is dit vaak voor afzonderlijke, ad-hoc projecten, waarna de geldkraan weer wordt dichtgedraaid. Of gestarte digitale projecten krijgen tijdens de implementatie een nieuwe wending waarbij het resterende budget voor een nieuw digitaal initiatief moet worden gebruikt. Oplossingen voor het vrijmaken van geld voor innovatie zijn: (1) de krachten bundelen met partners met een soortgelijk gezamenlijk doel (bijv. leefbaarheid voor gemeenten en woningcorporaties), (2) subsidies aanvragen, (3) slim inkopen (innovatie als onderdeel van inkooppakket), (4) de innovatie bij de leverancier leggen en belonen via no cure no pay regelingen. Daarnaast blijkt dat het communiceren van behaalde resultaten sterk helpt bij het overtuigen van het topmanagement: meten is weten, en weten helpt overtuigen!

Data-driven innovatie: hoe doe je dat?
De grootste uitdaging ligt in het vinden van relevante data die omgezet kunnen worden in toegevoegde waarde, voor de klant en de organisatie. Voor veel deelnemers blijkt dit een lastige klus omdat de data nog te vaak in silo’s opgesloten zit, afdelingen niet staan te springen om deze data zomaar te delen, en het allemaal AVG proof moet. De koppeling van data is daarom een hele klus. De huidige beschikbare data (klanttevredenheid, gebruikersdata) bieden vaak beperkte inzichten in wat de nabije toekomst zal brengen: hoe kan je accuraat een lekkend dak bij een huurders-woning inschatten, hoe zet je klanttevredenheidsscores om in nieuwe productideeën? Daarnaast blijkt de door de organisatie begeerde data veelal in handen is van externe partijen in de waardeketen. Samenwerking biedt hier wellicht een uitkomst. Het inhuren van dure specialisten die de dataverzameling en analyse uitvoeren zijn vak enorm kostbaar, en op voorhand is moeilijk in te schatten of de kosten het waard zijn.

Edwin Hillenga – Manager Informatisering Martiniziekenhuis ‘Meerwaarde Samenwerking Noord is groot, maar: hou het simpel!’

‘Samenwerking Noord is een zeer nuttige organisatie waar we in het Noorden veel vruchten van kunnen plukken. Het is super aantrekkelijk dat we hier onderling kennis kunnen delen. Ik plaats daar wel graag de kanttekening bij dat we het allemaal niet te groots moeten maken. Beter een paar uitstekend georganiseerde ‘events’, dan enkelen honderden. Ik ben dus blij met Samenwerking Noord, maar zou wel als tip willen meegeven: “hou het simpel!”.

Edwin Hillenga, die hier in enkele zinnen zijn visie geeft op Samenwerking Noord, is sinds juni van dit jaar Manager Informatisering bij het Martini Ziekenhuis in Groningen. Zijn afdeling is er binnen het ziekenhuis verantwoordelijk voor dat 350 applicaties perfect blijven werken. Op de IT afdeling van het Martiniziekenhuis werken 64 mensen, waarvan op Edwin’s afdeling 24.

Voordat hij naar het Martini Ziekenhuis ging had hij zijn sporen al aardig verdiend in de noordelijk ICT-wereld. Hij werkte ruim twaalf jaar bij KPN, onder meer als Commercieel directeur bij KPN ICT Consulting en als business unit directeur. Voordien werkte hij bij PinkRoccade en Pink Elephant.

Bij de IT afdeling van het Martiniziekenhuis ontwikkelen ze zelf geen applicaties, maar wel zijn ze verantwoordelijk voor het beheer van software die is aangeschaft door de artsen. Wanneer we Edwin spreken heeft hij juist een tamelijk hectische periode achter de rug, want het complete radiologische informatiesysteem moest worden vervangen. ‘Dat was best uitdagend. Afgelopen week zijn we daar met 35 man mee bezig geweest. Je wilt niet wéten wat er allemaal in een ziekenhuis kan gebeuren wanneer het systeem niet werkt. Maar het is gelukt, en het was mooi om te doen, en ook best spannend’, zegt Edwin met een glimlach.

Samenwerking Noord

Voordat hij bij het Martini Ziekenhuis in dienst trad kende hij Samenwerking Noord al. ‘Het leek me een nuttige organisatie, maar had in mijn ogen een beetje een stoffig imago. Maar toen stond de vereniging nog niet open voor commerciële partijen. Ik ben blij dat die partijen de gelederen inmiddels hebben versterkt.’

Kort na zijn indiensttreding bij het Martini Ziekenhuis vroeg zijn leidinggevende aan Edwin of hij diens plaats wilde innemen als de vaste man voor Samenwerking Noord. ‘Dat leek me zeker interessant. Maar het duurde vervolgens niet lang of ik was voorzitter van de ‘sector Gezondheid en Welzijn’ binnen Samenwerking Noord. Daarvan zijn ook andere grote instellingen lid, zoals Lentis, Certe, Fokus en Wonen.

Edwin is een praktisch ingesteld mens, en wil resultaat zien van de inspanningen die hij met plezier verricht. ‘Ik werd blij verrast onlangs tijdens een sessie toen de nieuwste plannen van Samenwerking Noord werden gepresenteerd. Die appelleerden aan wat ik er zo belangrijk aan vind: Kennis Delen. De mensen die hier werken wil ik ook graag naar bijeenkomsten sturen, zodat zíj er beter van worden. De nieuwe koers van Samenwerking Noord, daar ben ik het dus helemaal mee eens!’.

Samenwerking Noord heeft in de ogen van Edwin een vijftal grote voordelen. Zo vindt het Noord-Nederland belangrijk. Ook wil het het carrièreperspectief van de IT-medewerkers verbeteren, kennis delen of samen inkopen. En ook vacatures delen is een zeer waardevolle activiteit.

‘Dit zijn mooie, concrete doelen waar ik me ook graag voor inzet. Maar wat mij betreft moeten we het vooral ook zo concreet mogelijk houden. Doe de dingen waarvoor je bent opgericht góed, in plaats van dat je hemelbestormende plannen gaat maken’.

‘Ik gá er dus voor, voor de volle honderd procent. Waar het om gaat is dat je de IT professionals in het Noorden laat samenwerken, en kennis gaat delen: dáar gaat het om! Bovendien is het effect van je inspanningen ook heel goed meetbaar: gewoon kijken hoeveel medewerkers van de zeventig leden van Samenwerking Noord naar de events en vergaderingen komen. Laten we het dus vooral simpel houden. Dan bereiken we het meest’, aldus Edwin Hillenga.