Kennisnetwerk Data Science helpt gemeente Groningen bij slimmer inzetten scanauto

‘Hoe kun je een scanauto – die controleert of automobilisten betaald hebben voor hun parkeerplek – nóg efficiënter inzetten?’ Dat was de vraag waarover leden van het Kennisnetwerk Data Science zich bogen tijdens een bijzonder Kennis-event begin december. Ongeveer vijftig leden analyseerden groepsgewijs en gezeten aan verschillende tafeltjes in een gebouw van de gemeente Groningen big data.

Dat gebeurde op uitnodiging van de gemeente Groningen (afdeling Onderzoek, Informatie, Statistiek en de directie Stadstoezicht) die graag wilde weten of de scanauto, waarmee digitaal bekeken kan worden of iemand wel of niet heeft betaald voor een parkeerplek, wel efficiënt genoeg wordt ingezet. Marlies Schutte van de directie Stadstoezicht gaf uitleg dat het hierbij niet gaat om zoveel mogelijk boetes uit te delen, maar bijvoorbeeld wel om antwoord op vragen als: “Worden alle parkeerplekken wel optimaal benut?” Of: “zijn er verbanden tussen parkeerplekken waar vaak boetes uitgedeeld worden?”, of: “zijn er te weinig betaalautomaten?”.

Het betrof de derde een laatste avond uit een serie van drie bijeenkomsten georganiseerd door het Kennisnetwerk Data Science van Samenwerking Noord in samenwerking met de afdeling Onderzoek Informatie en Statistiek van de gemeente Groningen.  Het Kennisnetwerk heeft zo’n tweehonderd leden, waarvan gemiddeld zo’n vijftig leden op deze events af komen. Data Science is de nieuwe wetenschap die er op is gericht om meerwaarde die in data zit, er uit te halen. Het Kennisnetwerk beschouwt Data Science als een voor de toekomst zeer belangrijke wetenschap en zet zich er voor in om kennis daarover in het Noorden op te bouwen of te behouden.

‘Het is enorm belangrijk dat we hier in het Noorden kennis vergaren over Data Science. Op de eerste plaats omdat de hoeveelheid data in de wereld exponentieel groeit’, vertelt Marcel Adema, één van de oprichters van het Kennisnetwerk. Volgens hem is het niet alleen belangrijk om kennis te vergaren over hoe je meer uit data kunt halen, maar door het organiseren van events ontstaat er ook een netwerk, en dat is voor de Noordelijke online-bedrijvigheid ook van zeer groot belang.

De organisatoren waren heel blij dat de gemeente Groningen de Meetup van drie middagen/avonden faciliteerde. Deelnemers aan de bijeenkomst hadden data gekregen met informatie over de routes van de Handhavingsauto, en van de tijdstippen waarop de wagen scans maakte van kentekens van betalende en niet-betalende auto’s. Zij konden de data gebruiken om te analyseren wat de optimale route kan zijn, en waar het meeste rendement te halen is. Of wat de optimale route voor de scanauto is om goed zichtbaar te worden voor het publiek. De data werden geanalyseerd door zes groepen, legt Willem van den Boogaart, ook één van de stuwende krachten achter het Kennisnetwerk, uit.

De gemeente Groningen stelde graag de faciliteiten beschikbaar voor het event, zo vertelt Jeanine Vosselman, hoofd van de afdeling Onderzoek Informatie en Statistiek. ‘Wij hebben als gemeente heel veel data, waaronder die die de scanauto ons aanlevert. We vonden het een mooie uitdaging om veertig slimme mensen samen te laten werken en te kijken of er nog méer uit die data te halen is. Dat levert ons interessante inzichten op, het is goed voor het vakgebied en ook nog eens goed voor het netwerk’, zo vertelt ze.

Ze werkt er heel graag aan mee om de ontwikkeling van het vakgebied van big data te bevorderen in Noord-Nederland. ‘Het is een vakgebied waar heel erg veel in gebeurt. Organisaties die goed gebruik maken van big data doen het beter dan anderen. Daarom denk ik dat het zeer waardevol is om die kennis in het Noorden te bevorderen. Maar het is natuurlijk ook spannend om te kijken of we leuke gegevens naar boven kunnen halen’, aldus Jeanine.

Resultaten
De resultaten van de meetup waren divers. Zo hebben een aantal groepen zich gericht op het herkennen van patronen in bijvoorbeeld de uitgedeelde boetes of de route van de auto. Andere groepen hebben zich gefocused op het voorspellen van het aantal boetes of de betrouwbaarheid van de scandata. Kortom, de meetup heeft geleid tot veel nieuwe inzichten. De gemeente kan deze nieuwe inzichten gebruiken om hier verder mee aan de slag te gaan.

ROC Friese Poort helpt MBO-studenten met spannend evenement digitaal weerbaar te worden: “Capture the flag”

Noord-Nederland ontwikkelt zich langzaam maar héel zeker tot ‘dé’ kennisregio in Nederland op het gebied van cybersecurity. Dat is mede te danken aan activiteiten van de Stichting Cyber Weerbaarheid Noord Nederland, waarin provincies, bedrijven en onderwijs- en kennisinstellingen samenwerken. En ook wordt er gewerkt aan de komst van een nieuwe leerstoel aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Maar niet alleen op universitair en hbo-niveau begint digitale veiligheid een belangrijk thema in het noordelijke onderwijs te worden. Ook in het MBO loopt het Noorden voorop bij het bevorderen van kennis over digitale veiligheid bij de studenten. Een voorbeeld daarvan is een unieke aanpak van het ROC Friese Poort, waar ze een spannend evenement hebben bedacht om studenten op speelse en uitdagende wijze van alles te leren over digitale beveiliging.

“Dat evenement heet:‘Capture the Flag’. Dat is een jaarlijks terugkerend evenement waarbij studenten in groepsverband samenwerken en als opdracht krijgen om een website of telefoon te hacken, en een vlag moeten opsporen die daar door een docent is neergezet. Ze moeten daarbij alle kennis en kunde inzetten die ze bij ons hebben geleerd. Als zo’n groep de vlag heeft gevonden krijgen ze punten die worden vermeld op een scorebord. Wie de meeste punten krijgt is de winnaar. Dat evenement is een groot succes: studenten vinden het práchtig!’, vertellen Renze Tjoelker en Sikko Eisma.

Renze is Practor Digitale Weerbaarheid. Een “practor” is een relatief nieuwe functie binnen het MBO, vergelijkbaar met een lectoraat op het HBO. Een practoraat is verantwoordelijk voor innovatie en onderzoek. Eén thema voor een practoraat aan het Friese Poort is “digitale weerbaarheid”.

‘Friese Poort heeft er voor gekozen om een practoraat digitale weerbaarheid in te stellen vanwege het enorme belang er van. We hebben bij ons een Kenniskring ‘cyber@work’, waarbij vanuit technisch perspectief wordt gekeken. Maar ook een Kenniskring Digitale Weerbaarheid: die vliegt het aan vanuit menselijk gedrag. Zo hebben we bijvoorbeeld het evenement “april op stil”, waar we proberen om jongeren twee weken lang door het leven te laten gaan zónder smartphone’, zegt Renze Tjoelker.

De aandacht van Friese Poort voor digitale weerbaarheid past dus in een in het Noorden breed gedragen streven om kennis over digitale veiligheid te vergroten. Dat streven wordt sterk gesteund door Samenwerking Noord en de Stichting Cyber Security Noord en de Stichting Cyber Weerbaarheid Noord Nederland. In Friesland is er ook nog de stichting Cyber Safety Noord-Nederland.

‘Wat ik mooi vind is dat wij ons in Noord-Nederland écht positioneren als regio van de digitale weerbaarheid. Daar is nu ook het onderwijs sterk aan aangepast. Niet alleen bij Friese Poort, maar ook bij Noorderpoort, Friesland College, Hanzehogeschool, NHL Stenden en RUG. Daarbij is de rol van Samenwerking Noord als verbindende partij ook van grote betekenis, een soort spin in het web’.

Sikko Eisma is docent ICT, en houdt zich bezig met ICT onderwijs in brede zin. De laatste jaren is hij veel bezig met IT security en digitale weerbaarheid. Sikko is één van de initiatiefnemers van het evenement ‘Capture the Flag’.

‘We hebben het nu drie keer georganiseerd. De eerste keer deden er veertig studenten aan mee op onze vestiging in Leeuwarden. Vorig jaar was het in Emmeloord, voor ICT studenten en applicatie-ontwikkelaars. Toen waren er al zeventig deelnemers. En de laatste keer was in Drachten, en deden er zo’n honderd leerlingen aan mee. Het is een hartstikke leuk evenement geworden, dat qua sfeer misschien wat doet denken aan een hackathon. De leerlingen vinden het súper-intensief, en ’s middags om een uur of twee zijn ze al hélemaal kapot. Na afloop kregen we te horen dat ze het “súper gaaf” vonden’, vertelt Sikko.

Volgens hem leverde het evenement niet alleen veel kennis op, maar vooral ook gedrevenheid. ‘De leerlingen leren te denken als een hacker. En de kennis die ze opdoen nemen ze straks allemaal wel mooi mee naar bedrijven wanneer ze een baan krijgen.

Renze Tjoelker en Sikko Eisma denken er over om van ‘Capture the Flag’ een nóordelijk evenement te maken, en dus ook studenten uit Drenthe en Groningen mee te laten doen.

Gele poncho
Overigens hebben Renze en Sikko ontdekt dat niet alleen studenten maar ook docenten nog veel kunnen leren op het gebied van digitale veiligheid. Zo stelden ze een te ondertekenen verklaring op, waarin in hele kleine lettertjes stond dat de ondertekenaars tijdens de Nieuwsjaarborrel op school in een gele poncho zouden moeten verschijnen. Diverse docenten ondertekenden deze verklaring en moesten tot hun schrik erkennen dat ze de passage over de poncho niet hadden gelezen…

Samenwerking Noord en het nieuwe motto “We Unite”…

De Nieuwjaarsbijeenkomst van Samenwerking Noord op dinsdag 21 januari was in meerdere opzichten zeer uitzonderlijk. Op de eerste plaats vanwege het wat late tijdstip, waardoor iemand grapte dat we er “meteen maar een oud-jaarsbijeenkomst van konden maken!”. Maar toch kwam het wel heel goed uit dat de bijeenkomst eind januari was, want in de eerste weken van januari zijn er al zóveel nieuwjaarsvisites, dat het amper is bij te benen.

Kennelijk was de datum van 21 januari wel handig gekozen want de opkomst was zeer groot: er kwamen meer dan honderd mensen. Bovendien konden we de receptie op deze avond houden in het Forum Groningen, en dat was, voor wie nog niet in het gebouw was geweest, een mooie reden om naar onze bijeenkomst te komen.

Bovendien symboliseerde het gebouw van Forum Groningen wat mij betreft ook heel mooi datgene waar ook Samenwerking Noord voor staat: de toekomst! Het Forum is ook ‘verbinden’: de verbinding leggen met de bevolking als ontmoetingsplek en verbinden doet Samenwerking Noord ook.

Tijdens de bijeenkomst kon ik ook even kwijt dat ik mij zeer verheug op de rest van het komende jaar, waarin weer veel activiteiten en kennissessies zijn  gepland. En dit jaar gaat ook heel mooi van start met het inschrijven van ons zeventigste lid: de Noordelijke Dagblad Combinatie (NDC). Dit bedrijf ziet zichzelf terecht als een verbinder van het Noorden, en aangezien we zelf ook niets liever doen dan verbinden, denk ik dat we er met dit bedrijf een mooie partner bij hebben gekregen.

Tijdens de bijeenkomst werd ook het nieuwe logo onthuld, en een nieuwe website. De subtitel van het nieuwe logo is – in groene letters – : ‘We Unite’. Dat was op de bijeenkomst ook heel goed te zien: we brengen partijen bij elkaar. Dat wij in het Noorden zo’n goede samenwerking hebben op IT-gebied, dat is uniek in Nederland, en andere regio’s kijken daar met jaloezie naar.

Wat mij betreft is het dan ook een heel mooi voornemen voor de rest van het komend jaar: bevorderen dat mensen elkaar weten te vinden. Voor een krachtige, onderling goed verbonden, noordelijke “IT” sector. IT is daarbij meer dan alleen de IT’ers, IT gaat diep de organisatie in, en is van iedereen en dat betekent dat Samenwerking Noord er is voor iedereen.

Bezoek van staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat aan Qbit

Woensdag 4 december bezocht staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat Qbit. Aanleiding van het bezoek was de campagne die het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid is gestart om bewustwording bij consumenten te creëren over de veiligheid van slimme apparaten.
Volgens onderzoeksbureau zijn in 2020 20 miljard slimme apparaten online. Allerlei apparaten, zoals lampen, sieraden, auto’s, thermostaten en zonnepanelen, zijn verbonden met het internet. Dit biedt, in combinatie met bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, oneindig veel mogelijkheden. Op dit moment betekent het vaak dat we onze smartphone als afstandsbediening gebruiken. De verwachtingen zijn dat het zogenaamde internet der dingen (Engels: Internet of Things (IoT))  in de (nabije) toekomst productieprocessen verbetert en dat het oplossingen biedt voor problemen rondom energie en milieu, criminaliteit, gezondheidszorg en onderwijs. Er is ook een nadeel. Al die apparaten zijn vaak niet of slecht beveiligd. De software is verouderd en updates worden niet uitgevoerd. In 2016 al zagen we een glimp van wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn van slecht beveiligde apparaten. Een zogenaamde DDoS-aanval  zorgde ervoor dat een groot deel van het Amerikaanse internet aan te oostkust platlag. De aanval werd uitgevoerd via het Mirai-botnet. Mirai, dat Japans voor toekomst betekent, maakte gebruik van slecht beveiligde IP-camera’s en WiFi-routers. Een ander risico is dat hackers via een apparaat onze huis binnendringen. Een vreemde praat via de babyfoon met je kind, gebuikt jouw IP-telefoon om te bellen en zet je harde schijf met persoonlijke foto’s en video’s online. Het is niet de vraag of je wordt gehackt maar wanneer en hoe vaak. Steeds meer organisaties dringen aan op een betere beveiliging van slimme apparaten.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat tezamen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid lanceerden in april vorig jaar de ‘Roadmap Digitaal Veilige Hard- en Software’. De Roadmap biedt een samenhangend pakket aan maatregelen om de onveiligheden in hard- en software te voorkomen, kwetsbaarheden te detecteren, en om de gevolgen daarvan te mitigeren. Maatregelen die worden voorgesteld zijn bijvoorbeeld standaarden en certificering, aansprakelijkheid en bewustwordingscampagnes. Andere belangrijke maatregelen zijn ook wettelijke eisen, toezicht en handhaving. Het is de verwachting dat op Europees niveau, als onderdeel van de Radio Equipment Directive, minimale eisen worden gesteld aan de beveiliging van slimme apparaten zodat onveilige apparaten van de markt kunnen worden geweerd. Deze maatregelen worden op z’n vroegst eind volgend jaar ingevoerd. Agentschap Telecom houdt hier toezicht op de naleving van de richtlijn. Qbit is daarnaast van mening dat de overheid consumenten en fabrikanten van slimme apparaten ook financiële prikkels moet geven om veilige slimme apparaten te maken en te kopen. De markt voor slimme apparaten is op dit moment in onbalans. De focus ligt op innovatie, functionaliteit en time-to-market. Er is onvoldoende aandacht voor beveiliging. Dit verhoogt de prijs van een apparaat en vertraagt de marktintroductie. Consumenten willen bovendien niet voor beveiliging betalen als dit betekent dat een slim apparaat vier of vijf keer zo duur wordt.
Qbit ontwikkelt een IoT security test lab dat zich voornamelijk richt op de het structureel testen en onderzoeken van de beveiliging van slimme apparaten. Het lab is in samenwerking met partners opgezet en kan in de toekomst ook door derden en deels op afstand (virtueel) worden gebruikt. Uniek is dat Qbit via het lab ook middelen vanderden ter beschikking wil stellen en delen. Dit kan gaan om mensen, testapparatuur en –programmatuur. Via het lab moet een zo representatief mogelijke test-omgeving worden gecreëerd waar zoveel intrusive als non-intrusive kan worden getest.
Qbit test en onderzoekt op dit moment in samenwerking met Consumentenbond, studenten van Hogeschool van Amsterdam en het Noorderpoortcollege de beveiliging van allerlei consumenten elektronica. Dit onderzoek is mede mogelijk door een subsidie van provincie Groningen. Tijdens het bezoek van de staatssecretaris laten medewerkers van Qbit en een aantal afstudeerstagiairs de resultaten van de tests zien, en de risico’s van onveilige apparaten. Jerry Romp laat zien hoe hij wist in te breken op een veelgebruikte router en zo toegang kan krijgen tot een thuisnetwerk. Jasper Nota liet zien hij de controle over een slimme babyfoon overneemt en Willem Westerhof vertelde hoe je via kwetsbaarheden in de omvormers van zonnepanelen het Europese stroomnetwerk in onbalans kunt brengen. Tijdens het bezoek werden natuurlijk tips besproken waarmee een consument zelf een aantal risico’s kan wegnemen. Denk aan het regelmatig uitvoeren van updates en het wijzigen van standaard wachtwoorden. Een consument moet bij de aankoop van slimme apparaten ook kijken welke informatie beschikbaar is over bijvoorbeeld updates. Eind november drong de Autoriteit Consumenten & Markt erop aan dat de consument voor hun aankoop informatie moeten ontvangen over toekomstige updates van het apparaat.