Onze achterdeur zit op slot en om de tuin staat een stevig hek, maar hoe staat het met onze digitale veiligheid. Burgers en bedrijven lopen grote risico’s als ze hun computer zaakjes niet op orde hebben. Voor dit thema is terecht veel aandacht en dat blijft nodig.Eurofins Cybersecurity en de Politie Noord Nederland geven een inkijkje in de risico’s en de beste aanpak van dit probleem.
Afgelopen week was de kennismaking met de nieuwe contactpersoon Wouter van Rooij (Operations manager), en tegelijkertijd met de organisatie Eurofins Cyber Security.
Eurofins Cyber Security is een nieuwe naam in de markt, maar een oude bekende in het noorden van Nederland. Zij zijn ontstaan vanuit een fusie tussen Insite Security in Groningen en ITsec in Haarlem, waarbij met Qbit als tussennaam nu definitief onderdeel is van de Eurofins groep.
Met Nederlandse vestigingen in zowel Groningen als Haarlem werkt Eurofins Cyber Security dagelijks aan een veiligere samenleving. Door zowel commerciële organisaties als ook maatschappelijke organisaties te ondersteunen bij vraagstukken op het gebied van digitale veiligheid maken zij door middel van vele projecten een impact op de gehele samenleving.
Binnen Samenwerking Noord is het doel om, met hun Groningse roots, een bijdrage te leveren aan het verbinden van enerzijds mensen en anderzijds kennis tussen de leden. Zoals we ook in de huidige pandemie zien is veiligheid, en ook digitale veiligheid, niet alleen een individuele taak, maar zeker ook een gezamenlijke.
Samenwerking Noord-leden Hanzehogeschool Groningen, TNO en de Politie eenheid Noord-Nederland gaan samen het slimme veiligheidsvest verder ontwikkelen. Deze innovatie werd tijdens de 5G Student Battle beloond met de eerste prijs. Samenwerking Noord levert een bijdrage van € 5.000 om van een slim veiligheidsvest van de Politie de technische en commerciële haalbaarheid te onderzoeken. Daarbij wordt gebruik gemaakt van real-time beslissingen met 5G, artificial intelligence en edge computing.
“Ogen” op de rug
Het slimme veiligheidsvest heeft als doel om de veiligheid van een agent op straat te verhogen door de agent een paar extra “ogen” op de rug te geven. Het vest wordt voorzien van een camera, een 5G modem en een tril-actuator. Zodra door de AI via de camera op de rug een potentiële dreiging wordt geregistreerd, bijvoorbeeld met een wapen, gaat het vest aan de achterzijde trillen, waardoor de agent wordt gealarmeerd. Binnen het onderzoek wordt gekeken naar zowel de technische als de commerciële haalbaarheid. Ook wordt er een prototype getest, waarbij het slimme veiligheidsvest binnen 1 seconde na het constateren van een dreiging, een waarschuwing geeft aan de agent.
5G, AI en edge computing
Voor de toepassing van het slimme veiligheidsvest wordt gebruik gemaakt van de nieuwste generatie mobiele 5G communicatietechnologie. 5G heeft als mogelijkheid om veel beelden met hoge kwaliteit te versturen (grote bandbreedte) met een lage vertraging (‘latency’). In verschillende situaties wordt onderzocht of de latency laag genoeg is zodat het trilsignaal binnen een seconde naar het vest gestuurd kan worden, en of het financieel ook haalbaar is. De technische tests worden uitgevoerd in het fieldlab van 5Groningen, de proeftuin voor 5G. De kennis die wordt opgedaan in deze pilot wordt ook gebruikt voor andere toepassingen die voor het mkb in Noord-Nederland relevant zijn. Denk aan slimme drones of autonoom rijdende auto’s.
Het project wordt in nauwe samenwerking met de proeftuin 5Groningen en de Digital Society Hub uitgevoerd. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door Samenwerking Noord, proeftuin 5Groningen, TNO, Politie eenheid Noord-Nederland en de Hanzehogeschool Groningen. Voor nadere informatie over dit bijzondere project kan contact worden opgenomen met Roland Klarenbeek, projectmanager Centre of Expertise Ondernemen of Jos Bredek, docent-onderzoeker,
Wil je zelf met andere Samenwerking Noord leden een projectaanvraag doen? Meld je project aan via onze website of neem contact op met een van de beide programmamanagers per mail of telefoon Albina Vitochina (0622106615) of Wijnand Aalderink (0653704821).
SN bezoekt elke maand een van haar leden. Deze maand is dat het Shared Service Center-ICT in Veenhuizen, onderdeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen.
Jammer genoeg moeten we ons deze keer beperken tot een digitale visite…. Teamleider Taco Ruiten en zijn afdeling werken met 60-70 medewerkers in één van de fraaie, monumentale gestichten van de voormalige Maatschappij van Weldadigheid in het gevangenisdorp in Veenhuizen. Deze locatie van DJI is landelijk verantwoordelijk voor de digitale werkplekken en de nadruk ligt van oudsher sterk op het beheer. Dit betekent echter niet dat er niet geïnnoveerd wordt, want dat is juist wel het geval. Bijvoorbeeld rondom robotisering en identity access managent zijn mooie slagen gemaakt in de afgelopen tijd. Met gepaste trots vertelt Taco Ruiten dat de locatie Veenhuizen inmiddels uitgegroeid is tot de innovatieclub binnen DJI. Samen met de collega’s in Gouda en Soesterberg werken ze aan vernieuwingsprojecten voor DJI en haar andere klanten.
De organisatie wil de komende tijd een grote nieuwe slag maken naar klantenteams daar waar het kan volgens de Devops methodiek. Dat past dan goed bij de nieuwe rol van een zelfstandige shared service organisatie, die per 1 januari 2022 gerealiseerd zal zijn. Dan is het de ambitie om onder de nieuwe naam “Justitiële ICT Organisatie” nog meer nieuwe klanten in het domein van Justitie en Veiligheid te gaan bedienen.
Aan ieder lid vragen we de volgende twee kernvragen vanuit het perspectief van de eigen organisatie te beantwoorden.
1. Wat is de grootste belofte van digitalisering voor DJI?
Taco Ruiten: “Met ICT systemen waar je op kunt bouwen, kunnen we het saaie en repeterende werk van medewerkers overnemen, zodat zij meer aan hun inhoudelijke taken toekomen, zoals bijvoorbeeld de aandacht voor de gedetineerden”
2. Wat is de grootste uitdaging van digitalisering voor DJI?
Taco Ruiten: “De komende tijd zullen de collega’s in de organisatie nog meer om moeten schakelen naar het omgaan met nieuwe externe, en ook mondige klanten”.