Noorderlink en Samenwerking Noord organiseerden op dinsdag 27 juni een bijzonder seminar in Het Kasteel. Onder de titel ‘Digitalisering, wat betekent dat voor mij?’ lieten zo’n 180 leden van beide organisaties zich informeren over de nieuwste technologische ontwikkelingen en het effect ervan op hun werkveld.
Voorzitters Henk Eggens (Noorderlink) en Fred Hassert (Samenwerking Noord) trapten het evenement af met een gezamenlijke toespraak, waarin zij het belang van samenwerking tussen ICT en HRM nog maar eens benadrukten. “De digitalisering gaat gigantisch snel en raakt ons allemaal’, aldus Hassert. ‘Niet alleen in de ICT gaat veel veranderen, ook de impact op HRM zal enorm zijn”, voegde Eggens daaraan toe. “Daarin hebben we elkaar nodig. Zoek dus die verbinding!”, riep hij zijn toehoorders op.
Dagvoorzitter Lykle de Vries gaf de microfoon vervolgens aan de Groningse wethouder Joost van Keulen. Die gaf aan dat ook de gemeente naarstig op zoek is naar manieren om beleid te maken dat inspeelt op de digitalisering van de samenleving. “Vroeger stelde je een beleidsvisie op die vijf jaar mee kon. Dat is nu simpelweg niet meer mogelijk. Je moet een modus vinden om de razendsnelle technologische ontwikkelingen bij te houden. Dat kan alleen als je goed om je heen, verbindingen aangaat en van elkaar leert.”
Jarno Duursma
De aangewezen persoon om van te leren is misschien wel digital trendwatcher en keynote speaker Jarno Duursma. Hij vertelde vol enthousiasme over zijn recente reis naar Silicon Valley en Singularity University, en de soms bizarre nieuwe ontwikkelingen op gebieden als machine learning, computer vision en artificiaI intelligence die hij daar tegenkwam. Van tientallen zelfrijdende auto’s op het terrein van Google X tot het Neuralink-concept van Tesla-topman Elon Musk, waarbij het menselijke brein gekoppeld wordt aan computertechnologie om de efficiency te verbeteren.
“Digitaal is het nieuwe normaal”, aldus Duursma. “Niemand weet wat ons precies allemaal te verwachten staat, maar dat er ingrijpende veranderingen plaats zullen vinden staat wel vast. Rond het millennium was er ook helemaal niemand die kon voorspellen dat social media zo’n belangrijke plaats in ons leven zouden innemen”, zo illustreert hij. “Het feit dat je de ontwikkelingen niet dagelijks ziet, wil niet zeggen dat ze er niet zijn. Het is dus vooral erg belangrijk om nieuwsgierig te blijven.”
Op de vraag uit het publiek wat dit allemaal zou gaan betekenen voor de arbeidsmarkt, of eigenlijk meer ‘welke banen blijven eigenlijk wel bestaan?’, is volgens Duursma geen eenduidig antwoord te geven: “We kunnen heel helder zien welke banen waarschijnlijk zullen verdwijnen omdat de technologie het beter, sneller en goedkoper kan, maar het is veel moeilijker om te zien wat voor banen juist voort zullen komen uit de digitalisering.”
Workshops
Na het indrukwekkende betoog van de Groningse trendwatcher en een snelle kop koffie konden de bezoekers door naar de verschillende workshops. In twee rondes werden in totaal twaalf workshops gegeven, met aansprekende en voor beide werkvelden uiterst relevante onderwerpen als ‘Hoe ontwikkel ik leiderschap en zelforganisatie bij digitale transformatie en Agile werken?’, ‘De impact op IT bedrijven door Live changing events zoals de zelfrijdende auto’, ‘Op naar een zero e-mailbeleid’, ‘Mijn data de baas’, ‘Human Capital in een economie van overvloed’ en ‘Haalt de technologie de arbeidsmarkt in?’.
Nick Stevens
Na de workshops werden de deelnemers getrakteerd op broodjes en een wervelende afsluiter door Nick Stevens, Chief Digital Officer van Groningen. “We are scared and excited at the same time”, aldus Stevens. De geboren Brit verstaat weliswaar goed Nederlands, maar zijn missie kan hij het beste in zijn moerstaal overbrengen. “Interplanetary travel, drones and hyperloop, blockchain, self driving cars, robots and the internet of things. Er is zoveel wat op ons afkomt. Dat is aan de ene kant natuurlijk best ‘scary’, maar ook heel erg ‘exciting’.”
En een belangrijk punt, zo betoogde Stevens, is dat iedereen recht heeft op een digitale toekomst. Dus ook een steeds groter wordende groep kinderen uit achterstandswijken en -gebieden die steeds meer digitaal verarmd opgroeien.