Bossers & Cnossen heeft samen met Dell het nieuwe ‘High Performance Computing-brein’ voor het ASTRON Netherlands Institute for Radio Astronomy geleverd. Het Groningse ICT-bedrijf en de Amerikaanse hardwaregigant wonnen de Europese aanbesteding met een aanbieding die veruit de meeste rekenkracht bood en zelfs de verwachtingen van ASTRON ruim overtrof.
ASTRON houdt zich bezig met onderzoek en ontwikkeling op het gebied van radioastronomie. Het beheert zowel de Westerbork Synthese Radiotelescoop (WSRT) en het centrale punt van de internationale Low Frequence Array (LOFAR). Deze zijn beide gelegen in de Drentse bossen en behoren tot de grootste radiotelescopen ter wereld. Daarnaast heeft ASTRON een zeer ambitieus programma voor technologisch onderzoek, met als doel zowel het ontwikkelen van nieuwe instrumentatie en toepassingen voor bestaande telescopen, als het leggen van een basis voor de ontwikkeling van toekomstige telescopen en signaalbewerking.
Om zijn werk te kunnen doen, heeft het instituut gigantisch veel rekenkracht nodig. Het oude ‘computerbrein’ van de LOFAR telescoop, genaamd COBALT, was echter aan het einde van zijn levensduur en diende vervangen te worden. De wens daarbij was om de rekencapaciteit drastisch te vergroten, zodat onderzoek sneller en parallel – en daarmee efficiënter – uitgevoerd kan worden.
Het project COBALT 2.0 maakt LOFAR geschikt voor de ‘LOFAR Mega Mode’ waarbij meerdere vormen van astronomisch onderzoek parallel uitgevoerd én aan elkaar gerelateerd kunnen worden. Hierdoor ontstaan nieuwe mogelijkheden voor baanbrekend astronomisch wetenschappelijk onderzoek.
De invulling door Bossers & Cnossen Voor COBALT 2.0 betreft een nieuwe omgeving met speciale Nvidia V100 processoren. Deze aanbieding van Bossers & Cnossen en Dell biedt veruit de grootste rekenkracht en overtreft zelfs de verwachtingen op zowel het gebied van rekenkracht als op kwaliteit en continuïteit.
Het COBALT 2.0-cluster is recentelijk succesvol opgeleverd en zal binnenkort, na een testfase, voor onderzoek worden ingezet.
Klik hier voor meer achtergrondinformatie over COBALT 2.0.